door Tanja Kits 27 AUGUSTUS 2002 – ZUTPHEN/VORCHTEN –
Gewapend met videobanden, camera‘s, een advocate en een team medewerkers heeft de Amsterdamse filmmaakster Josephine Hamming zich gisteren verweerd tegen een boete van 1100 euro. Ze had die boete vorig jaar mei gekregen omdat ze met haar camera tijdens de MKZ-crisis in Vorchten het erf betrad van een boerderij die net werd ontruimd. De economische politierechter in Zutphen had een kwartiertje uitgetrokken voor de zaak. Maar de simpele overtreding werd een principezaak, die uiteindelijk anderhalf uur in beslag nam.
Tot een uitspraak kwam de rechter nog niet eens, want de officier van justitie verzocht om aanhouding. Ze wilde de AID‘er die mevrouw Hamming op de bon had geslingerd wel eens als getuige in de rechtszaal horen. De 52-jarige Josephine Hamming, die buiten de rechtszaal nog eens diep verontwaardigd haar verhaal deed, liet het woord in de rechtszaal over aan haar advocate. Die hield een pleidooi van een half uur, liet een getuige (een vriendin van Hamming) opdraven en vertoonde een videoband met de opnames van de aanhouding.
Vooral de videobeelden waren van belang voor de verdediging, want daarop was duidelijk de hele aanhouding te zien. Joshephine Hamming was op 25 mei met haar camera het weggetje naar het erf opgelopen en was bezig de ontruiming te filmen. Achter haar verscheen een AID‘er die de hand voor de lens hield en haar de camera afpakte, waarbij hij haar bril vernielde. Hij probeerde vervolgens de camera op zijn knie kapot te maken, maar dat lukte niet. De volgende dag diende Hamming een schadeclaim in bij de AID. Drie maanden later werd proces-verbaal opgemaakt van haar overtreding en ontving ze een boete van 1100 euro.
Inmiddels is de film die ze van de hele MKZ-crisis heeft gemaakt, ‘De ene koe is de andere niet‘, op 16 augustus in Amsterdam in première gegaan. ‘Ik had zelf ooit een Schoonebeeker schaap geadopteerd bij de kudde in Tongeren. Toen die onschuldige dieren werden afgemaakt, brak er iets bij mij en besloot ik een film te maken.‘
Dat ze niet het erf op mocht van de boer in Vorchten wist ze niet. ‘Er stonden geen borden en er was geen afrastering van roodwit lint. Als de AID‘er gewoon gevraagd had of ik wilde weggaan had ik dat gedaan. Ik ben een fatsoenlijk mens, hoor.‘ Volgens het proces verbaal dat de AID-man had opgemaakt, drie maanden later, zouden er wel degelijk verbodsborden gestaan hebben. Het werd een welles-nietes spelletje, waar de officier van justitie zich niet in waagde te mengen. Zij vroeg om aanhouding van de zaak zodat de AID-man nog eens gehoord kan worden. Ook de rechter wil weten of het onder ambtseed afgelegde proces-verbaal wel of niet klopt. ‘Tenslotte zijn wij daar als rechters van afhankelijk, dus wij moeten er vanuit gaan dat die altijd kloppen.‘ Wanneer de zaak weer op zitting komt is onbekend.
Gelders Dagblad – Zutphen | 27-08-2002 | Lochem Copyright © 2002 Gelders Dagblad – Zutphen – alle rechten voorbehouden