21 april 2001
Josephine Hamming (49) heeft vijf jaar gewerkt aan een natuurfilm over het doen en laten van mieren. Tussen de bedrijven door probeert ze ook al een jaar of tien een documentaire over de reislust van vlinders te maken. “Ja”, geeft de filmmaakster toe, “je moet wel een beetje mesjoche zijn om dit werk te doen.”

Door A l b e r t K o k


AMSTERDAM –
Voorzichtig tilt Josephine Hamming de vlinder uit zijn glazen kooi. “Jij bent klaar”, mompelt ze. “Als je wilt mag je vandaag nog wegvliegen.” De vlinder lijkt het niet te begrijpen. Blijft roerloos op het topje van haar vinger zitten.”Hij is een beetje onderkoeld”, vermoedt Hamming, die ter geruststelling opmerkt dat dat geen kwaad kan.

Even later als ze het versufte St.Jacobs-exemplaar toch maar weer in het terrarium heeft teruggezet, schuift ze aan tafel. In haar werkruimte in ’t Veem, een oud pakhuis aan de oever van het IJ, praat ze vervolgens honderduit over haar grote passie: natuur- films ‘waarbij het de kunst is dat kijkers zichzelfkunnen herkennen in het gedrag van dieren’. Aanleiding tot het gesprek is The War of the Ants, een documentaire die vanmiddag (17.05) doolde NCRV op Nederland 1 wordt uitgezonden in de programmaserie Ja, natuurlijk. Maar eigenlijk heeft Hamming wel wat anders aan haar hoofd. “Die MKZ-crisis”,

verzucht ze. “Ik ben er helemaal overstuur van. Als die crisis één ding aantoont is het dat mensen totaal geen respect meer hebben voor het leven van dieren.

Die dieren zijn er niet vóór ons en ze zijn zeker niet van ons. MKZ is een onschuldige ziekte die uitsluitend consequenties heeft voor de portemonnee van mensen.”
Ze had er nog veel meer over willen zeggen, maar dánkzij de door haar gememoreerde oorlog lukt het om een bruggetje te maken naar de oorlog uit de titel van haar mierenfilm. “Ik vind het heel leuk om mezelf ook in de kleinste mier te herkennen. En zo moeilijk is dat niet: ze hebben een uitgekiende mini-maatschappij, compleet met veehouders,soldaten,kraamverzorgers, bestuurders en voedseldistributeurs. Soms, bij voedselschaarste, keren ze zich tegen elkaar, maar ze kunnen ook plotseling één front vormen tegen de gouden tor en andere erfvijanden. Mieren zijn net als mensen afhankelijk van elkaar en ze lijken net als mensen soms individueel beslissingen te nemen. Op een gegeven moment gaan ze bijvoorbeeld verhuizen, omdat er geen zon meer op hun nest schijnt. Wie bepaalt dat? En wie bepaalt waar ze naartoe gaan? Dat vind ik vreselijk spannend.”
Hamming vertrok vanuit een duidelijk omschreven plotlijn over mieren en hun strategie voor overleving. In die strijd vallen ze ook nesten van andere mieren aan als er in de omgeving onvoldoende voedsel voorradig is. Nu hebben dieren de vervelende gewoonte dat ze zich slecht laten regisseren. Ze doen wat ze doen en als filmmaker moet je net zolang geduld hebben tot ze

Josephine Hamming: “Ik lach me altijd rot als die dieren me weer eens te slim af zijn.”,
Foto Robbert Slagman

zich eindelijk overeenkomstig het door Hamming verzonnen verhaal gedragen.
“Ik lach me al tijd rot als die dieren me weer eens te slim af zijn.”
Maar als Hamming in de natuur niet de beelden krijgt die ze nodig heeft, deinst ze er niet voor terug om thuis in de studio met behulp van computer-animatie aanvullend materiaal te arrangeren. Werkelijkheid en fictie lopen dan enigszins door elkaar, maar dat geeft niet, vindt ze. “Dé werkelijkheid bestaat toch niet.” Ook haar film over de ongelooflijke reislust van de Vanessa Atalanta, een vlinder die van Marokko naar het noorden van Europa trekt, illustreert Hamming met gedramatiseerde beelden. Zoals in de scene waarin haar hoofdrolspeler door een sneeuwstorm in de Pyreneeën fladdert: “Dat is niet te filmen, maar ik weet dat het gebeurt.”
Elf jaar is ze al bezig met dit project en het zal nog zeker twee jaar duren voordat de film af is.Die lange productietijd wordt onder meer veroorzaakt door een gebrek aan subsidie. Natuurfilmers vallen tussen wal en schip, legt ze verbolgen uit. Omdat ook de omroep slechts mondjesmaat geld stopt in dit genre haalt Hamming haar inkomsten vooral uit bedrijfsfilms. “Als ik dan maar genoeg droog brood eet, kan ik voldoende uitsparen om elk jaar een paar maanden in de natuur door te brengen.”
Dat ze de afgelopen jaren twee onderwerpen door elkaar heen filmde -in haar vakanties bovendien -heeft ook voordelen: “Daarmee creëer je rust en leer je om enige afstand tot je onderwerp te bewaren. Zonder die afstand zou ik me te veel gaan verliezen in die dieren en zou ik vergeten om voor anderen, televisiekijkers in dit geval, een begrijpelijk verhaal te vertellen.” Sommigen vinden haar maar een mierenneuker. “Klopt”, reageert ze opgewekt, “maar zonder zo’n mentaliteit krijg je in dit werk geen kwaliteit.”
Hamming werkt gedurende de opnamen trouwens samen met haar man, Paul Goossen, die verantwoordelijk is voor het geluid. En als ze dan bijvoorbeeld met zijn tweeën aan de Marokkaanse kust de achtervolging inzetten op die ene speciale vlinder, kan ze wel om zichzelf lachen. “Dan denk ik: moet je ons eens zien – twee volwassen mensen die achter één vlinder aan hollen…

Ja, een beetje mesjoche moet je wel zijn om dit werk goed te doen.”