zaterdag 17 november 2001

RODE BOSMIER als FILMSTER

Josephine Hamming houdt ons spiegel voor via de natuur
Docudrama wint ene na andere prijs

foto: theo terwiel

• Cineaste Josephine Hamming: “Ik heb minder geduld met menselijke acteurs dan met dieren.”

foto: josephine hamming/ab&w productions

• Rode bosmieren: superflexibel, anarchistisch en sociaal. In de film War of the Ants (inzet links) is met behulp van driedimensionale beeldtechnieken te zien hoe een kleine larf bij het inspinnen wordt vastgehouden door een kraamverzorgster zodat-ie niet omvalt.

De film War of the Ants van filmmaakster Josephine Hamming heeft behalve eerdere internationale erkenning nu ook twee Nederlandse prijzen in de wacht gesleept. Niet zomaar een natuurfilm maar een docu-drama met levensgrote rode bosmieren als hoofdrolspelers. Maar tevens een spiegel van onze eigen maatschappij.

door K I R S T E N   C O E N R A D I E

AMSTERDAM, zaterdag
De enorme studioruimte in hartje Amsterdam is slim ingedeeld in halfopen afzonderlijke werkplekken, één wand bestaat geheel uit ingeraamde dia’s, brede ramen bieden een onbelemmerd uitzicht op het IJ, waar enorme kolossen van schepen traag voorbijtrekken. Grote glazen bakken staat er, op een enkele pop van een nachtuiltje na nu leeg. En twee andere aan elkaar gekoppelde terraria waarin vierduizend rode bosmieren hebben gelogeerd. Over de tafel kruipen mieren zo groot als een hand. Van papier gelukkig, en dan ook nog veilig onder een glasplaat. En overal staan boeketten, soms nog in cellofaan.

“Gekregen toen ik mijn prijs voor de film ‘War of the Ants’ ontving”, roept cineaste Josephine Hamming (50) terwijl ze koffie met een snufje kardemom zet. De ietwat dove hond Boris verheft zich van de keukenvloer en komt het gezelschap begroeten. Op een van de vele kasten staat de bewuste prijs van de stichting Nederlandse Academy Awards, een gouden gestalte met op zijn rug een vleugel die in noodgevallen vast ook als hakbijl kan dienen.
Er staan meer ‘mieren’-trofeeën: een bronzen kunstwerk dat de hoogste onderscheiding op het gebied van natuureducatie van het Japanse Wildlifefestival in ’97 verbeeldt en een prijs die aan Hamming werd uitgereikt op het Oost-Europese Envirofilm Festival in ’98.
“Op zo’n internationaal festival zijn vaak heel interessante films te zien. Daar komen nu eens niet alleen de BBC-producties.” In totaal kreeg haar War of the Ants vijftien nominaties. Met een groots gebaar haalt ze een levensgrote cheque tevoorschijn: ” Honderduizend gulden. Net gekregen van de Nederlandse Postcode Loterij en stichting Doen, een filmprijs in de categorie natuur en milieu.”

Vlinders
Een bedrag dat ongetwijfeld in Hammings nieuwste – wederom van eigen geld betaalde – project wordt gestoken, een film over migrerende vlinders in Europa. Al tien jaar is ze bezig met het voorbereidend onderzoek. “Als ik aan zo’n film begin, weet ik niks. Ik ben geen bioloog. Maar ik werk wel samen met wetenschappers, wissel met hen uit wat ik waarneem. En aan het einde merk je dat je toch een specialist bent geworden.”
Ze wijst op een opgehangen landkaart met westelijke en oostelijke trekroutes. “Het wordt een soort pech-onderweg-verhaal in drie afleveringen. De hoofdrolspelers zijn de Vanessa Atalanta, een dagvlinder die iedereen wel kent, en de Autographa Gamma, een nachtuiltje. Trekvlinders vliegen elk jaar van noord naar zuid en terug, ze doen dat niet allemaal zelf, ze vliegen in een soort estafette, in generaties. Want soms verliezen ze onderweg de moed en leggen ze eitjes. Hun nakomelingen nemen dan het stokje over. In de herfst volgen we de verhuizing van Nederland en Engeland naar midden-Spanje. In de winter, als het heel koud is, gaan ze verder naar Marokko. In het voorjaar keren ze over zee terug en trekken over de Pyreneeën waar soms nog sneeuw ligt. In de zomer komen ze dan aan in Denemarken, Zuid-Noorwegen, Zweden tot aan Sint-Petersburg.”

Nonnen
Aan een van de muren in de montageruimte hangt een poster van nonnen uit haar film over een klooster. “Ik zet dan overal camera’s neer die het helemaal niet doen, gewoon om mensen eraan te laten wennen. En als ze dan vragen of ik nóg niet klaar ben, roep ik, nee hoor, we moeten nog beginnen!” Ze maakt immers met haar Amsterdam Business & Wildlifefilm Productions BV ook industriële en bedrijfsfilms die wél geld in het laatje brengen: “Grappig hè, voor menselijke acteurs heb ik meestal minder geduld dan voor dieren. Dan denk ik al snel: dat héb ik toch al gezegd. Terwijl ik met die film over de mieren zeven jaar bezig ben geweest omdat je ze nu eenmaal niet kunt trainen. En daar blijf ik evengoed vrolijk bij.” En o ja, de filmmaakster is ook nog bezig met een film over koeien. “Maar die passen zo slecht in een terrarium.”
Dat deden de mieren wel. ‘Geleend’ van, zoals zij zegt, de ‘mierenverzamelaars’. Maar wat bezielt iemand om een film over rode bosmieren te maken?
De stroopwafels worden op de potkachel gelegd om ze nog smakelijker te maken. Hamming, een vrouw met brede gebaren, een breed scala aan verschillende toonhoogtes in haar stem en een voortdurend veranderende mimiek, gaat er heel even rustig voor zitten.
Liever springt ze heen en weer, af en toe wat omstotend, zeer aanwezig. Als ze iets uitlegt, staat ze wijdbeens, in de giraffenhouding, om een beter oogcontact te kunnen maken. “Dat heeft te maken met waar je je inspiratie vandaan haalt. Voor mij zijn dat mensen, de oorlog in Joegoslavië. Een onderwerp moet voor mij ook echt wat betekenen, daar moet ik me betrokken bij voelen. Wat me op dit moment van mijn leven aanspreekt zijn mensenthema’s. En ik kijk naar de natuur om daarover na te denken. Door in de natuur te zijn, schep ik een vorm van afstand die nodig is om zo’n zwaar onderwerp als oorlog aan te gaan.”
“Wil je hem zien?” Dat willen we. Een rijtje van drie aaneengeschakelde oude bioscoopstoelen staat al klaar. Een half uur lang worden we meegesleept in de normaal gesproken ondoordringbare en ongelooflijke wereld van de rode bosmieren. We zien ze ontwaken uit hun winterslaap, nog helemaal stram, zich opwarmen in de eerste zonnestralen en steeds actiever worden. Ieder heeft z’n eigen taak, dat wordt duidelijk. De een restaureert het door een specht geplunderde nest, de ander haalt luizen uit een eik als snack voor de larven, weer een ander heeft verhuisdienst als een kolonie moet verkassen. Ontroerende tafereeltjes zitten erbij, als een kleine larf bij het inspinnen tot cocon wordt vastgehouden door een kraamverzorgster opdat ie niet omvalt. “Bijna een liefdestafereel hè? Dat is de uitdaging voor mij, om te filmen wat onzichtbaar is.” We krijgen te zien hoe zelf grote prooien als een rups, een soort voedseltube in gezinsverpakking, te grazen genomen worden door nauwe samenwerking. Maar ook niets ontziende oorlogen tegen de eigen soort kunnen worden gevoerd, als de voorraadkast leegraakt en er geen voedsel voor de larven is of de eigen locatie ongunstig is gebleken. Gevechten van mier tegen mier bijna als een stierengevecht, of complete omsingelingen. De speurtocht naar eiwit heeft alles van een kruistocht naar onsterfelijkheid. “Mier zijn is erger dan je denkt”, constateert Hamming droog als we toekijken hoe een mierenleeuw op zijn beurt een waaghals in zijn dodelijke zandtrechter lokt en verschalkt.
Je zou er een standbeeld voor moeten oprichten.”


Verhuisopname
Op vijf verschillende locaties werden de opnamen gemaakt, de camera’s die in haar eigen studio in het nest en op de bakken gericht waren zorgen voor close-ups die fascinerend zijn. En, we geven het toe, af en toe krijgen we ook flink de kriebels van al het gekrioel. “Terwijl ik bij wijze van spreken mijn administratie deed, kon ik op de monitor zien wat ze deden. Trainen kun je ze niet, maar na een paar jaar weet je wel hoe je een situatie kunt scheppen waarop ze reageren. Ik wilde op een gegeven moment een verhuisopname hebben. Ik heb toen aan de wetenschappers gevraagd of oorlog een reden kan zijn voor een verhuizing. Ik had namelijk al van alles in die bakken geprobeerd, de afwisseling van licht en donker, verschillende temperaturen, vocht. Maar daarmee pest je ze alleen de grond in. Pas toen het niveau van het water steeg, gingen ze als een gek verkassen.” Een enkele opname werd met behulp van driedimensionale beeldtechnieken aangevuld, om een zo perfect mogelijk beeld te krijgen. “Het is een enorm werk als je dit met liefde, bewondering en verwondering doet.”


Verbazing
De film heeft inmiddels zijn weg gevonden naar de televisie, tal van bezoekerscentra en milieu-educatiecentra. Voor kinderen bestaat er een speciale verkorte versie. “Kinderen zijn sowieso geboeid door wat zich laag bij de grond beweegt. En mieren zijn weliswaar niet aaibaar maar wel lekker eng. Ik wil ze graag betrokkenheid bij de natuur leren, laten zien dat natuur is om te voelen en te ruiken, om vies in te worden als je in een sloot springt om stekelbaarsjes te vangen. Natuur is geen wandelpad met een koptelefoon op. Natuur is verbazing. Verbazing en bewondering over vaardigheden die allerlei dieren hebben en die wij, al doen we nog zo ons best het luchtruim en de onderwaterwereld te willen veroveren, nooit kunnen leren. Kunnen wij hippen van het ene naar het andere takje, heel lang onze adem inhouden onder water, of vliegen?”
Opvallend is de rol van het geluid in de film War of the Ants. We horen een tjiftjaf natuurlijk, en ook het getokkel van een specht. Maar sirenes, een bokswedstrijd, het geschreeuw van een Russische dictator, de bliepjes van een computer, het geloei van koeien of de geluidsflarden in de hal van een treinstation..?
Daarmee wil Hamming nou juíst het verband leggen met de mensenwereld. “Een mier is maar een heel klein insect, waar we op zijn best langs of overheen lopen maar liever nog op gaan staan. Maar als je weet wat voor interessante samengestelde maatschappij die dieren hebben, met een strakke hiërarchie en taakjes, met een eigen taal waarmee ze informatie doorgeven, gaat er een wereld voor je open. Ga je ze bewonderen. En ga je daardoor hopelijk nadenken waarom wíj eigenlijk bepaalde dingen doen. En of we dat wel willen. Of er niet meer wegen naar Rome leiden dan alleen de jouwe. Ik gebruik mieren als metafoor voor de mensenmaatschappij. Een mier voert oorlog om eiwit, is dat geregeld dan gaat iedereen weer zonder rancune of ruzie met elkaar om. Ze zijn superflexibel, anarchistisch en sociaal. Geen 50 jaar haat tegen de Duitsers, zal ik maar zeggen. Dát wil ik laten zien: de natuur als spiegel voor onszelf.”